Voor mij was deze reis mijn tweede lustrum. Voor de 10e maal bracht ik een bezoek aan dit vriendelijke land. Het zou weer een heerlijke ervaring worden:
Daar onze huidige bank verhuisd is naar een andere plek buiten Kololi hadden we besloten om zo snel mogelijk een andere bank te zoeken omdat we véél contant geld mee hadden voor het schooljaar 2014-2015. Op advies van de manager van ons hotel togen wij naar de Standard Chartered bank in Kololi met een zak vol dalasi’s.
Daar aangekomen is ons medegedeeld dat wij eerst een TIN code moesten aanvragen bij de G.R.A. (Gambia Revenu Authority) Wij in een taxi daar naar toe en vervolgens begint het lange wachten. Dat zijn wij onderhand wel gewend dus we raken niet meer oververhit van ergernis in de hitte van Gambia. Na het invullen van allerlei ingewikkelde vragen togen wij na pakweg anderhalf uur, met onze TIN codes op zak, weer terug naar Kololi nadat eerst de auto van onze taxichauffeur aan de praat moest worden geduwd. Opgetogen toonde wij onze TIN codes bij de bank. Nu kregen wij te horen dat als onze bankrekening op naam van de stichting moest worden gesteld wij eerst een advocaat in de hand moesten nemen om onze stichting in Gambia te kunnen registreren. Teleurgesteld togen wij weer naar onze hotelkamer met onze zak dalasi’s. Bij onze hotel manager hebben wij geïnformeerd hoe dat nou zat met die registratie. Hij vertelde ons dat dat zeker 1000 dollar ging kosten en dat we de rekening gewoon op onze eigen naam moesten zetten. Wij togen opgelucht weer naar de bank en mochten nu toch echt na ongeveer een uur wachten, aanschuiven aan het tafeltje van de bankemployé. Nu bleek echter dat wij de rekening alleen konden openen als wij ieder een document konden laten zien waarop onze naam en adres vermeld stond.
Nou zou je verwachten dat dat in je paspoort staat maar nee dus. Wij togen weer naar onze hotelkamer met nog steeds dezelfde zak met geld om naar zo’n document te zoeken. Cees had niets. Op de reisdocumenten stond wel onze naam maar géén adres. Zelf had ik de folder van de stichting waarop mijn naam en adres vermeldt staat. Opgetogen gingen we weer naar de bank. Nu mochten we echt aanschuiven bij de bankemployé en kon het invullen van weet ik wat al niet beginnen. Tijdens het lange wachten ontdekte Cees nog een oud vodje papier in zijn portefeuille waarop warempel zijn naam en adres vermeldt stond.
Gelukkig hebben de banken in Gambia tegenwoordig ook tel machines dus nadat al die dalasi biljetten geteld waren konden wij na pak weg 2 uur de bank weer verlaten om leukere dingen te gaan doen. Nu maar hopen dat deze bank niet gaat verhuizen pffffff.
Tijdens ons verblijf van 2 tot en met 13 april hebben we weer veel gedaan voor de stichting. Wij hebben 3 middelbare scholen en 1 lagere school bezocht.
Fatou A.Bah deed eindexamen, Doordat het niet duidelijk was op welk niveau zij zou afstuderen konden we nog geen bezoek brengen aan haar vervolg onderwijs. We hebben met haar huidige mentor een overeenkomst gesloten zodat zij toch in september door kan stromen naar een andere school.
Binta S. Keita zat ook midden in haar examens. Zij wil graag naar de universiteit in Banjul. Het is daarom van groot belang dat zij in de maanden mei, juni, juli augustus en september nog extra lessen volgt om op het juiste niveau te komen voor haar opleiding. Uiteraard gaat ook in Gambia voor niets de zon op dus hebben we de betaling van deze lessen geregeld. We hopen tijdens onze volgende reis met Binta een bezoek te kunnen brengen aan haar volgende opleiding aan de universiteit in Banjul
Op de Seino Junior Secondary School zitten 4 van onze leerlingen. (dat worden er in september 7) Daar hebben we vooral gesproken over de resultaten en motivatie van de meisjes. Verder weer afspraken gemaakt over de betaling voor het volgende schooljaar omdat deze pas in november plaats gaat vinden. Zelfs de summerclassis, uniformen en boeken mogen wij in november betalen.
We hebben bij verschillende van onze meisjes een thuisbezoek afgelegd om te kijken hoe het met ze gaat en het eerste schoolrapport met ze door te nemen. Het is zo leuk om te zien hoe ze uitgroeien van schuchtere lagere school meisjes tot zelfbewuste jonge vrouwen.
Bij de Lybert Preparatory school van Mstr. Bengali hebben we schoolmaterialen afgegeven welke we aangeschaft hadden in de hoofdstad Banjul. Vervolgens heb ik even een privé gesprekje gehad met de directeur omdat wij 3 nieuwe meisjes kunnen gaan opnemen binnen de stichting. Er wordt dan een selectie gemaakt van de meisjes uit de armste gezinnen die wel goed kunnen leren maar daar nooit de kans voor zullen krijgen. Te voet zijn we met de 3 meisjes, het hoofd van de school en onze begeleider Musa Sanneh naar de compound gelopen waar 2 meisjes zouden wonen. Het bleek dat dit nichtjes zijn, opgevoed door hun opa en oma omdat van beide meisjes de ouders overleden zijn Deze opa en oma wisten niet wie wij waren en wat wij kwamen doen. Toen wij ze op de hoogte brachten van de reden van onze komst barste de oma in snikken uit. Zij vertelde geëmotioneerd over haar zorgen omdat er geen geld was om de meisjes door te laten leren. Oma verdiende wat geld met het verkopen van groenten uit haar moestuintje maar wordt ook te oud om dit te bewerken.
Om de huidige lagere school te kunnen bekostigen was er niet voldoende geld voor voedsel waardoor Hatimatou en Habibatou vaak met een lege maag naar school gingen. Tja, lieve mensen, dit is Gambia!
We liepen verder naar de compound van Fatou Joof, onze 3de nieuwe leerling. Daar troffen wij alleen haar vader aan. Deze vader kampt met een versleten rug en waarschijnlijk een hernia want hij kon niet veel. Haar moeder was onderweg om langs de straten casava te verkopen. Ook in dit gezin voelden wij ons op de juiste plaats. De meisjes hebben voor de stichting vragenlijsten ingevuld en een contract ondertekend. Vervolgens hebben wij de leerlingen aangemeld bij de Seino Junior Secondary school voor het schooljaar 2014-2015.
Een van de vele voetbalverenigingen in Kololi hebben wij weer blij gemaakt met 2 complete sets voetbal outfits voor de junioren en 2 voetballen.
Wij hebben een jong gezinnetje blij gemaakt met een trolley vol kleding. De kinderen waren dol blij met de onderbroekjes en wilden steeds een ander kleurtjes aan. Ondergoed is wel te koop in Gambia maar voor 1 broekje betalen zij dalasi 50 dat is € 1,00 en dat kunnen ze echt niet betalen.
Op dit moment zijn wij bezig met het vullen van bananendozen welke per schip naar Gambia worden gestuurd voor diverse gezinnen en voetbalteams in Gambia.
In oktober of november gaan wij weer heen om al de schoolgelden te betalen en natuurlijk zullen wij dan ook de leerlingen weer bezoeken.
Margreet